Zipolite
‘ Ik weet hoe het is
om in een vreemd donker land te zijn.
Ik ben een bleekscheet met een gekleurd hart,
maar niemand die dat hier ziet.
Niemand die me verstaat,
de blanke, rijke, witte piet.
Ik mis mijn vriendjes die me snappen,
maar voel nu alleen die pijn. ‘
Ik had net dit gedicht geschreven, terwijl ik zat te eten in de straat achter de donkere ‘boulevard’, tegenover een standje met bedreadlockte Mexicanen, die armbandjes verkochten. De mensen waar ik in nederland mee om ga, zien er ongeveer ook zo uit, en snappen dat, hoewel ik er zelf vrij doorsnee uitzie, ik nét zo open minded ben als hen. Dat zit nu eenmaal van binnen, en niet van buiten.
De dag ervoor werd ik, aan de reggea bar, toen ik gezellig mee wilde proosten, lachend ‘chico’ genoemd en voelde ik me even die blanke bleekscheet, die met alleen zijn zwemshorts aan en een vreemde taal, weinig identiteit toont, of misschien hooguit die van een Amerikaanse smeris, met mijn goedkope lees-zonnebril, op sterkte, van de hema.
Ik dacht:
‘ Ik ben verdomme één van jullie! Ik maakte in de jaren tachtig, toen jullie waarschijnlijk nog in de luiers liepen, al dikke ragamuffin. ‘, maar leg dat maar eens uit in je zwembroek, zonder jezelf belachelijk te maken. Ik liet het maar voor wat het was, zoiets levert op z’n minst nog een eenzaam gedicht op, zodra het duister valt.
De volgende middag had ik gezien dat er speakers naast de reggeabar opgebouwd werden, die er nogal dubsound-systemmerig uit zagen, dus dacht ik na het avondeten:
‘kom, laat ik mezelf nog eens het voordeel van hun twijfel geven, en eens even lekker voor de speakers gaan staan.’
Dit bleek echter weer eens heel anders te lopen dan gepland.
Ik wist inmiddels wel, ook al was tachtig procent hier gewoon aangekleed, dat ik me op een nudisten-vriendelijk strand bevond, en had daar zo mijn eigen gedachtes over, maar was er verder prima o.k mee. Ook al heb ik dan zelf niet de behoefte, en vind ik het niet altijd even fijn om naar te kijken, zeker omdat het vaak oudere mannen betreft die ineens met de benen wijd moeten gaan liggen of met de handen in de zij in de branding moeten gaan staan, ik snap dat anderen die behoefte wél kunnen hebben en dat het schaamte idee eigenlijk juist uiterst eigenaardig is.
Dat gezegd hebbende, vind ik het zelf juist wel prettig om bepaalde dingen voor bepaalde gelegenheden te bewaren, en vind een meid met wat kleren aan vaak juist opwindender dan helemaal zonder, maar goed, het gaat bij nudisme dan ook juist niét om die opwinding, maar om het vrijheidsgevoel van de praktiserende . . . wat maar goed is ook, want ik vind het, over het algemeen, juist een turn off . . . dus tot zover klopte alles nog wel gewoon.
Ik liep het donkere stuk naar het strand, en hoorde al wat diepe bassen, waarbij ik me in gedachte al lekker met een biertje aan een basbox zag hangen. Eenmaal om de hoek zag ik een flinke mensenmassa op het strand staan, voor een podium met swingende muziek en een gast met een microfoon en een fles mezcal. Vijfennegentig procent van het publiek was aangekleed en ongeveer vijf procent was naakt, waarvan het overgrote gedeelte man.
Naast de aangeklede man met de microfoon stond een jong topless grietje met slechts een klein bikinibroekje aan. Ze was verlegen en onzeker, dat zag je meteen. Ze werd door het dronken schurende publiek aangespoord om ook dat laatste kleine broekje uit te trekken, om zo de fles mezcal, die de man met de microfoon in zijn andere hand hield, te kunnen bemachtigen. Je zag haar twijfel en ongemak . . . het publiek spoorde aan . . . joelend . . . de man met de fles en de microfoon deed luidkeels mee . . . maar ze durfde niet . . . Verslagen droop ze vervolgens af, onder luid boe-geroep van het publiek . . . Hierna kwam een oudere uitgezakte naakte chick het podium op, die zei dat het allemaal om respect ging, en bemachtigde zo de fles mezcal.
Ineens zag ik op een doek achter het podium staan, dat dit hét nudisten festival van tweeduizendzeventien was en besloot ik er terplekke helemaal niks meer van te snappen, me nog eenzamer te voelen, en de aankoop van mijn biertje uit te stellen tot de volgende dag, om dan maar, vanaf mijn eigen balkon, lekker naar mijn eigen sterren in de donkere lucht te gaan zitten staren . . . daar waar normaal de zon schijnt.
Op de terugweg op het strand zag ik hetzelfde topless meisje weer staan, die nu streng werd toegesproken door een vrouw die op haar leek, maar zeker twee keer zo oud was. . . . daar was een hoop spaans bij, maar ik wist precies wat daar gezegd werd.
Ik snapte nu ineens alles ook weer, het gaat hier, in ieder geval op dit festival, dus helemaal niet om de ervaring van de praktiserende, maar gewoon om de aloude, alomvertegenwoordigde, menselijke lust van de dronken massa. Ik was ineens niet eenzaam meer . . . maar gewoon weer alleen . . . met m’n vertrouwde sterren, op m’n balkon.
De volgende dag liep ik langs een groot aanplakbiljet waarop het programma van het driedaagse nudistenfest van tweeduizendzeventien afgebeeld stond. Wat googlewerk later had ik geleerd dat de nudistenfederatie van Zipolite een globale trekpleister voor naaktlopenden wilde maken, no pun intended, dus waren alle nudisten uit heel Mexico en beyond dit weekend deze kant opgekomen, om onder mijn raam op het zuiden, vrolijk te gaan rondparaderen. Het jaarlijkse teknival voor nudisten dus, zeg maar. Ach, het is weer eens wat anders. Al moet je wel af en toe op het terras even gaan verzitten om niet tijdens je seafood de hele tijd op een chorizo te hoeven kijken.
Een raam op het zuiden is verder overigens wel ideaal, want zo hoef je, zowel voor de zonsondergangs-, als de zonsopgangs-foto’s, niet de deur uit. Om baantjes te gaan trekken ook niet trouwens, want zwemmen is hier levensgevaarlijk, wat misschien ook de reden kan zijn dat deze idyllische, tropische, bont en blauwe baai aan de nudistjes is geofferd en niet aan de projectontwikkelaars. Je kan hier maar zo’n twintig meter de kant uit, waarna je er alweer uitgefloten of ingezogen wordt. Met een surfplank kun je wél een paar metertjes verder, zodat je midden in de sterke tunnelgolven terecht komt.
Na een tijdje in het water te hebben gestaan, waarbij je alleen maar bezig bent met jezelf overeind houden, en je bij terugkering van de golf het zand onder je voeten vandaan voelt zuigen, voel je nog een tijd lang de naweëen ervan. Na al een half uur terug te zijn op mijn kamer, volgde mijn beenspieren nog steeds het geluid van de inkomende en terugtrekkende golven van buiten. . . een erg vreemde gewaarwording . . . oud hollandse zeebenen, in Zuid Mexico. Nou ja, historisch gezien nog niet eens zo heel gek, waarschijnlijk.
De drie dubbel drukke zaterdag werd het me allemaal wel een beetje teveel, en sommige restaurantjes blijkbaar ook, alwaar ik op een gegeven moment wat naakte mannen geweigerd zag worden, totdat ze weer wat aangetrokken hadden. Er bleef verder ook weinig over om nog naar te kunnen kijken. Overal waar ik keek bungelde of hing wel wat en als het wél de moeite was om naar te kijken, kon ik ook maar beter niet te lang kijken. Zelfs de zonsondergang fotograveren deed me als een voyeur voelen.
ik was dan toch ook wel blij dat ik de tweede dag heel even weg moest naar de aangeklede wereld in Pochutla, zo’n tien kilometer verderop, om een busticket voor de zondagnacht naar Tapachulo te gaan halen. Heen met de colectivo voor de local-ervaring en terug met de wat snellere persoonlijke taxi, omdat het eigenlijk mijn plan was geweest om niets te hoeven en niet te ver van het strand en de hangmat te gaan. Halverwege de terugweg besloot ik echter om toch nog even te stoppen bij Punta Angel, één van de andere tropische stranden hier. Als ik het woord tropisch te vaak gebruik mag daar overheen gelezen worden. Bij Punta Angel ging ik op op aanraden van de ‘Biggie Smalls’ taxichauffeur de plaatselijke tayuda’s proeven en natuurlijk ook even die tropische duik nemen en in de tropische hangmat weer tropisch uit buiken.
Dat leek allemaal in één klap te kunnen bij dit aangerade restaurant met terras aan de rustige baai, waar direct een man enthousiast op me af kwam lopen met de vraag of ik wilde eten. Ik heb nog nooit iemand zo trots, enthousiast, alsmede welgemeend zijn eten zien presenteren. Tayuda’s had hij helaas niet, wat later ook meer een grote snack bleek, dus ging ik weer voor de Camarones Diabla, die hier een compleet nieuwe dimensie kregen. Twee keer tijdens de bereiding kwam hij vragen of ik het wel écht zo pittig wilde als ik zei, waarna hij uiteindelijk met een mooi groot ovaal opgemaakt bord aan kwam zetten, waarmee hij spontaan voor de baai ging poseren voor een foto. Hij rende direct weer weg en kwam trots terug met iets dat ik nog nooit had gezien, zo zei hij ook zelf. Een limoen gekruist met mandarijn om over je net uit de baai getrokken seafood heen te druppelen . . .
Ik besloot daar dol-fijn om nog even een turtle-snorkeltour te boeken voor de volgende zondag, wanneer ik om twaalf uur uit mijn hostel geschopt zou worden, zodat ik daar tevens nóg een keertje nudist-free zou kunnen gaan eten en zo voldaan en al de bus naar Tapachulo in zou kunnen rollen.