Precuador
Sta ik normaal gesproken bekend als een over-all slordige deadline surfer, als ik op reis ga staat mijn hoofd direct vanaf het boek-moment al volkomen in de OCD voorbereid modus en wordt er in mijn kamer een onoverkoombare scheiding gemaakt tussen mijn vunzige huisspullen en mijn brandschone meereis-attributen. Ik sop grondig een hoek in de kamer uit, inclusief al het meubilair, waarna alles wat ‘de schone zone’ nog in wil eerst via ‘Overdrevert de Wasstraat’ moet. Slons of psycho, een tussenweg is er gewoon niet.
En ik weet dat ik overdreven doe, maar dit is nu eenmaal zo gegroeid uit een sterk onbehagelijk gevoel bij de douane, met hun chemische detectie testjes, en het feit dat in het gedogende Holland er altijd wel wat sporen of resten van iets aan te treffen zijn in- of aan je spullen. Je hoeft hier natuurlijk ook maar naar de supermarkt te lopen of je ruikt al naar de skunk. Plus ik hou gewoon van lekker doorlopen als er groepen uniformen met authoriteit, wapens en geweldsmonopolies op een agesloten plek geconcentreerd zijn. Spik en span dus.
‘ Overdreven ! ‘, roep ik hardop tegen mezelf als ik mijn laptop hoes sta uit te soppen of mijn jas weer in de was doe nadat ik hem heel even buiten gedragen heb, maar ik weet nu eenmaal dat het me rust geeft als ik zometeen op weg ben, en aangezien er niemand is om me ter plekke commentaar te geven of me belachelijk te maken, zie ik verder ook geen reden om anders te handelen. Ik hou het gewoon lekker voor mezelf, besluit ik, en geef mijn teknival-slippers nog eens een grondige beurt . . .
‘ Overdreven !! ‘, roep ik nog eens.
Ecuador dus. Bij gebrek aan een bucket-list stond deze al lang bovenaan mijn lijst. Bijna was ik afgeleid geweest door een travellers-feestje in Nepal met oud en nieuw, maar toen ik eenmaal besefte dat er in de bergen niet gedoken kon worden, en als wel, dat de temperatuur daar dan absoluut niet naar zou zijn, trok ik snel mijn credit card door de plan-A gleuf en boekte een heen en weertje naar Quito.
Al snel werd me duidelijk dat dit geen goedkope zou gaan worden. Ik bedoel dat zou natuurlijk wel kunnen, maar er zijn in Ecuador gewoon wat dingetjes die écht even van dichtbij bekeken zouden moeten worden. Zo zijn daar bijvoorbeeld de Galapagos eilanden, waar Darwin de evolutie heeft uitgevonden, en waarvoor je nog eens zo’n duizend kilometer de oceaan over moet vliegen om vervolgens nog eens duizend dollar neer te tellen voor een cruise, om het zaakje echt even góed te beleven. Ander puntje is de Amazone, die vanaf deze ecuadoriaanse hoek het beste te betreden lijkt te zijn. Tel daar bij op dat ik mijn advanced padi duikbrevet wil gaan halen deze trip, zodat ik soepel tussen het wilde leven op de galapagos eilanden kan duiken, en de buidel wordt diep betast.
Gelukkig heb ik hier vijf weken de tijd voor en heb ik me bedacht dat ik me niet ga haasten. De laatste tien dagen staan kwa vliegreis naar de Galapagos dan wel vast, maar in de Amazone, waar ik direct na Quito naar toe ga, neem ik lekker de tijd. Niet steeds drie dagen hier en twee dagen daar en dan steeds met spijt weer een of ander paradijs moeten verlaten om aan mijn eigen schema te kunnen voldoen. De Andes zie ik dan maar puur als een obstakel om bij mijn tweede doel: ‘de kust’ te komen. Twee activiteiten in vijf weken dus eigenlijk maar! Kick back, relax and enjoy the ride, dus . . .