Maungmagan
Tourist luwe zone
Aan ons bountystrand was weinig op te merken. We zaten in een bungalowtje bij een chick die met een fransman getrouwd was en een jaar of acht op een eiland in thailand had gewerkt. Hierdoor was zij de eertste waar we eens goed mee konden communiceren, en de eerste die alles behoorlijk op orde had. Behalve de wifi dan. Die was hier niet frustrerend traag, zoals verder overal waar we geweest waren, maar was hier gewoon helemaal niet aanwezig. Trek hier nog eens het niet voor ons toegankelijke mobiele netwerk van myanmar af, en je zit heerlijk in de stilte.
Er was een buitenrestaurantje met een donker gelakte teakhouten vloer met lage tafels. Op de grond zitten dus. Onze favoriet. Doordat er verschillende kussens waren, met rugdriehoekjes, waarmee je je eigen ligconstructie-zithoekjes kon maken, wendde dit gelukkig verrassend snel. Eigenlijk was dit wel een welkome afwisseling van de plastic kuipstoeltjes en nog kleinere krukjes, die we overal tegenkwamen. We voelden ons soms reuzen in een poppenhuis. Hier in Coconut bleven mensen dan ook op het centrale terras tussen de palmbomen hangen en ontstond er een zeer relaxte ambiance. Al had ik nooit gedacht dit woord ooit nog eens te gaan gebruiken.
Het was er zo relaxed, dat de de ‘take-away massage on location’, na een dag hard scooteren, ook in het restaurant werd gedaan. Dit stond me eerst erg tegen, maar toen ik eenmaal aan het idee gewend was, ben ik toch maar gaan liggen. De schaamte voorbij, moest ik alleen nog even de gesprekken om me heen loslaten, zodat ook mijn hoofd leeggemasseerd kon worden. Dit begon me aardig af te gaan, totdat ik ineens de uitleggende woordenstroom van onze amerikaanse tennisser binnen hoorde komen. Hij ging vlak achter me zitten en begon direct aan iedereen, die maar beleefd genoeg was om hem niet af te poeieren, van alles uit te leggen.
De eerste avond hadden we hem al direct gespot, toen hij met zijn electronische anti-muggen racket het terras op kwam lopen. “Are you going to play tennis?”, floepte ik er direct uit. Hij vroeg of we het apparaat niet kenden, waarop ik antwoordde dat dat wel degelijk zo was, maar ik er niet echt van hield. Achteraf maar goed dat ik erover begon, want Maike bleek wederom haar lip eraf te bijten, maar ditmaal om te voorkomen dat het niet zijn nek werd die ze eraf zou bijten. Pittig dingetje dus.
Als hij opving dat iemand naar een bepaalde plaats zou gaan, legde hij direct uit waar je op- en uit moest stappen, wat er te zien was, waar je voor op moest letten en wat je wel en niet kon eten. Ook als hij er zelf niet geweest was, dan herhaalde hij gewoon wat hij had gehoord of gelezen. Ook ons coconut vrouwtje, die één voor één de meest fantastische gerechten uit de keuken toverde, ontkwam niet aan zijn wijze lessen. Zo zat ze tot gapens toe, terwijl ze eigenlijk al lang op bed had willen liggen, te luisteren naar het verschil tussen bits en bytes, en kwam hij zelfs de keuken inlopen om aan te wijzen welke soyasaus ze moest gebruiken.
Ik draaide me om voor mijn rugmassage en besloot dat ik nog niet relekst genoeg was om hier alweer weg te gaan.
Overdag huurden we scooters om van strand tot strand te rijden, terwijl we onderweg enthousiast bezwaait werden door de locale bevolking, waarbij de kinderen het het bondst maakten. Regelmatig kwamen ze vanuit hun huis naar de straat gerend en riepen dan “Hello!”, of heel soms “How are you?”. Wij begroetten hun dan weer terug in het locale “Mien kalaba.” Waarop zij het vervolgens weer uitschaterden van het lachen. Wij zijn daar voor velen de eerste blanken geweest die ze zagen, zo stelden we ons voor, en waren dan ook blij dat ze de engelse overheersers alweer een beetje vergeten leken te zijn.
Bij de strandhutjes, ver weg van onze verlaten, pas ontdekte privéstranden, kwamen we voornamelijk myameze touristen tegen. Ze maakten lachend foto’s van elkaar en gingen met de hele groep, met alle kleding nog aan, te water. Uit verlegenheid zo leerden we. Ik heb niet het idee gehad dat ze zich stoorden aan bikini’s en boxers, maar de meningen bleven enigzins verdeeld. Ik zelf denk dat het geen kwaad kan om, binnen bepaalde grenzen, te laten zien hoe wij het doen, maar goed, ik heb landsgrenzen sowieso nooit begrepen, en zie Myanmar dan ook als een stukje van mijn eigen wereld. Iets verder van huis dan katwijk aan zee, maar de verschillen zijn er niet minder om. We hadden onze tennisvriend nog om uitleg kunnen vragen, maar na een dag scooteren hadden we daar niet meer echt de puf of tijd voor.
Op de laatste avond vroeg hij welke bus we namen, waar we heen gingen en of hij met ons mee mocht reizen. Barbara liet weten dat we met de bus naar Mawlamyine zouden gaan, dat een taxi sharen naar de bus geen probleem was, maar dat dan onze wegen zouden scheiden. We waren natuurlijk ook met een volle groep van vier pesonen, die als een inmiddels goed geöliede doorgezomerde uitgebalanceerde machine, als vanzelf door het land zoefde. Vijf wielen is overkill, en een reservewiel dachtten we niet nodig te hebben.
De volgende dag zouden we om half twee met de bus opgehaald worden, dus brachten we de dag lounchend op de ligkussens door. Wat went dat snel zeg. Amerikano zat ook klaar met een klein backpackje met daar achterop gebonden het grote gele muggen crematie tennisracket. Hij bleek dezelfde bus te nemen als ons. Dat wil zeggen: Hij reed mee tot aan het busstation en kocht hetzelfde ticket als ons. Gelukkig zat hij schuin achter ons en was communiceren erg lastig. Wij hadden ons dan ook voorgenomen dat we alles al wisten.
Voorin alle bussen hier hangt een grote flatscreen, waarop ze meestal eerst wat videoclips vertonen, om er vervolgens een overgeacteerde locale soap of film in te knallen. Letterlijk en figuurlijk. Loeihard schaldden de vertaalde ballets door de overstuurde speakers van de bus. De amerikaan begon medestanders te vinden, en liep naar voren om te vragen of het volume wat zachter kon. Trots kwam hij terug lopen en we bedankten hem voor het terugbrengen van het volume met vijftig procent. Een acceptabele waarde, zo vonden wij.
Even later kwam hij weer terug naar voren, stopte bij ons, deed zijn oordoppen uit, en vroeg of het nou weer zo hard stond. Wij zeiden dat we het zo, op vijftig procent wel best vonden, omdat de mensen inmiddels een soap aan het volgen waren, maar toch toog hij naar voren om er wat aan te doen. Nu ging het volume helemaal uit. Barbara, die op haar android foon de walking dead zat te kijken, kon ineens uit plaatsvervangende schaamte niet meer verder kijken. De hele bus zat nu dus naar een soap te kijken zonder geluid. Na zich nog wat op te vreten, draaide ze zich naar de amerikaan en zei: ”I’m sorry, but the volume is going back up.” Hierop toog ok zij naar voren, en onder hard gelach van de chauffeur en zijn bijrijder, ging het volume gewoon weer omhoog. Back in Myanmar.
Ik had ook gelijk duidelijk wat me zo stoorde aan deze amerikaan. Hij komt niet om te kijken naar een andere cultuur, maar hij komt hem veranderen. Hij past zijn omgeving aan zichzelf aan, in plaats van er in op te gaan. Wij proberen juist te ontsnappen aan ons gemaakte landje, en te snappen hoe men hier leeft. Zie hier onze kloof.