Hpa’an
Dat valt ons in het zuiden wel op, het plastic dat overal ligt. Vonden we in noord, Myanmar, nog het schoonste aziatische land tot nog toe, werd dit in het zuiden weer teniet gedaan. Overal zie je bergen plastic liggen. Kom je ergens aan met de boot, stap je eerst op een modderstrandje dat bezaaid ligt met plastic. Roest opperde dat men dit al generaties zo doet, en men gewoon niet met het moderne plastic om weet te gaan. Hier werd normaal alles op natuurlijke wijze hergebruikt en plastic valt hierbij natuurlijk zo uit de toon. Het lost gewoon niet op in de grond om voor nieuwe voedingstoffen voor de omgeving te zorgen, maar slingert nog jaren rond. Brood op de plank lijkt trouwens ook wel belangrijker in dit broodarme, afgesloten land, waar aan de man in de straat, onze luxe duurzaamheidsdiscussies, grotendeels voorbij zijn gegaan. We stappen er maar even overheen.
In Klabam, Hop on, of gewoon Hpa’an hadden we weer een overbepersoneelt hotel te pakken. Angelsland. Hier werden we trouwens door de balie dames, die er duidelijk heel hard op hadden zitten blokken, zorgvuldig in het engels te woord gestaan. Net buiten het centrum in een gezellige straat waarbij ik eindelijk eens de gelegenheid kreeg voor mijn kapbeurt. Bij een eenpersoonskapperszaakje werd ik, door een uiterst aardig aandoenlijk kappertje met mondkapje, zorgvuldig met losse kam en tondeuse gemillimeterd. Nou ja, plus wat extra millimeters dan, maar ik was al lang blij dat we het zover uitgelegd kregen. Holland kende hij wel, maar dat was volgens mij zo’n beetje zijn enige woord engels. Al kon ik wel opmaken dat hij met een vriend, die in de hoek een groot mes zat te slijpen, over voetbal aan het praten was. Hier trek ik dat op de een of andere manier weer wel. Na ruim een uur stilzitten mocht ik er gelukkig weer vandoor, om weer eens flink de omgeving te bescooteren.
Scooters huren was hier weer een hele uitdaging. Bij ‘Soe brothers’, een hostel in het centrum, was alles al verhuurd, maar na navraag op straat, bij een willekeurig persoon, stonden er ineens vier scooters voor onze neuzen, waarvan eentje van een scootertaxichauffeur, die waarschijnlijk ook wel eens een dagje vrij wilde hebben. Geef hem eens ongelijk. Twee dagen lang hebben we rondgescooterd, langs een grote grot met vleermuizen, een tempel op een rots, een watervalletje en wat meer spectaculair geneuzel. Je rijdt daar zo mooi tussen de vele ‘honden-oor’-vormige rotsgebergten rond, dat ik meerdere malen hardop een ‘wooooowwww’, uitslaakte, toen ik weer eens door de bocht het nieuwe uitzicht in reed. We kwamen ook tot twee keer toe bij toeval een zo’n lange rij boedha’s en levensgrote monniken tegen, dat ik me afvroeg of ik niet in een authistisch land terecht was gekomen in plaats van in een boedistisch land. Al met al lekker surrealistisch scootervoer.