Cuyabeno
Na mijn tweede en laatste biertje in hostel Revolution, de flessen zijn hier 640ml, kwam ik erachter dat Jim de noord-amerikaan dezelfde jungle lodge had geboekt als ik en zo liepen we dus samen vanuit het hostel naar CarpeDm travels om ons in de mini touringcar te settelen. Dat was voor mij beter dan voor hem, omdat hij minstens de helft groter was dan ik, en dan overdrijf ik nog.
De stoel kon dan weer wel wat naar achter geklapt worden, maar was verder verre van comfortabel. Ik daarentegen sliep de ganse nacht. Nou ja, om de zoveel tijd werd ik even wakker omdat er een stuk lichaam aan het afsterven was en verbaasde ik me er telkens weer over tot welke acrobatische houdingen ik in staat was. Soms lag ik in de foetus houding tussen de stoelen ervoor geklemd, en dan weer bleek ik ondersteboven met mijn benen recht in de lucht geslapen te hebben met mijn hoofd op het zitvlak. Gelukkig zaten we maar met zeven mensen in de bus, dus kon ik al de stoelen om me heen als gymnastiekattributen gebruiken.
‘s Morgens om zes uur arriveerden we in Lago Agrio, het laatste stadje voor de jungle, alwaar we in een soort tussenstation-huis, met sanitaire voorzieningen en een ontbijtruimte, in een hangmat gehangen werden om weer in model te trekken en het ontbijt af te wachten.
Hier splitsten de groepen weer en ging ik met Tim verder in een Toyota 4×4 richting het punt waar we de boot zouden betreden, die ons nog eens twee uur verder de rivier op zou brengen naar de Guacemayo lodge.
Onderweg stopten we nog even bij een tentje langs de weg, waar je als nietsvermoedende tourist zo voorbij zou rijden. Het betrof een man en een jongetje in een open hutje met daarin een soort draaiorgel, waar geen bladmuziek maar suikerriet doorheen getrokken werd, en dan ook geen kutmuziek, maar suikersap uit kwam. Kunnen we in Holland op de winkelstraten nog wat van leren, wat ik je brom. Tevens kregen we hier een drankje van gefermenteerde cocabladeren dat een hoop alcohol bevatte. Het beste van twee werelden zou mijn moeder zeggen.
Na twee- en een half uur gekronkeld te hebben stapten we in een langwerpige boot met een luidruchtige motor en een rustige natuur-gids. Niet van papier, maar een echte . . . van vlees. Joaquim.
De amazone leeft zoals de veluwe op de paddo’s en ze ruikt naar dmt.
De gids wees links en rechts met een laserpointer al het wilds aan en gebaarde de buitenboordmotorbediende als hij moest stoppen voor iets bijzonders. Zo waren daar eerst de spidermonkeys en even later een meterlange chillende anaconda die wat vitamine-d binnen lag te halen alvorens hij weer terug het water in zou glibberen. Verder de standaard grote blauwe vlinders die voorbij wapperen, wat makaken en natuurlijk de tucans. ‘s Avonds kwamen vooral de kaaimannen naar buiten. Als je met een lamp de oever af speurt zie je steeds de ogen oplichten. Zo heb ik er misschien wel vijftig terug zien staren. Van hele kleintjes tot de twee meter lange kaaiman die rechts naast de trap naar onze lodge lag te loeren. Doodsbang zijn ze voor ons. Als ze je zien zijn ze zo weg, maar goed, we zien er dan ook zeer angstaanjagend uit.
Op dit moment begon ook mijn spijsverterings-systeem op te spelen, of eigenlijk af te spelen, maar zonder in detail te willen treden, durfde ik geen scheten meer te laten, omdat het aan de achterkant nu net zo dun was als aan de voorkant, alleen dan van een iets andere kleur en een compleet andere geur. Aangezien de plasbuis beter ingericht is voor deze dunne substantie dan de kringspier, kan het zomaar gebeuren dat je ‘s nachts in je junglelodge onder de koude douche moet, maar goed, ik zal de details verder voor me houden. Ik was blij dat ik mijn vasthoudpillen bij me had en ze eindelijk eens kon gebruiken.
De tweede dag werden Tim en ik, ja we werden steeds naast elkaar gezet, vergezeld door een bont groepje uit Ierland, Australie en Holland. Tim nam steeds kwa conversatie de overhand en zo kwam wel drie keer Trump op tafel, twee keer de brexit, twee keer guncontrol, en één keer grenzen in het algemeen, die ik volslagen vreemde fenomenen op zo’n kleine aardbol zei te vinden. Volgens Tim was ik ‘Sooo european!!!’, wat ik maar als een compliment heb aangenomen. Eigenlijk vond ik het wat storend al die aardse gesprekken terwijl je door een compleet nieuwe wereld vaart, waar toch ook het één en ander over te praten moet zijn, maar goed, wie ben ik? (retorisch)
Per dag waren er een aantal excursies waaronder, junglelopen, kayakken, insecten bij nacht kijken en zelfs eigen chocolade maken van rauwe cacao bonen.
Hierbij was ik samen met de amerikaan en de fransman. De drie oude mannen dus, al was de fransman echt de oudste met z’n 71, maar tevens ook de wijste, al kan ik daar zelf ook wel wat van. We besloten twee repen te maken. Een franse en een noord-amerikaanse. Frans wilde de zijne zo puur mogelijk en Tim, de noord-amerikaan, juist met zoveel mogelijk suiker en boter zodat het drie keer zoveel zou worden. Ik besloot er geen te maken en zei dat er voor hun beide repen een juist moment was. De hollander zat er als poldermannetje weer precies tussen in, merkte men op.
‘But i’m probably gona make a huge profit out of both of ya’, besloot ik lachend. Waarna we vrede sloten en de repen in de koelkast legden voor na het eten.
Iedere dag eindigde zo’n beetje op een grote open plek, die de eerste dag droog was, de tweede dag wat minder en de derde dag al een compleet meer was geworden. Het regende iedere dag zóveel dat we alle standen van de rivier hebben gezien en daardoor dus ook de verschillende beesten die bij de verschillende waterstanden tevoorschijn komen. Er zat zéker anderhalve meter verschil in toen we uiteindelijk weer weg gingen, wat best wat water is voor zo’n lange rivier die met verschillende vertakkingen en broertjes en zusjes de gehele amazone doorkruist.
Het meest tot de verbeelding spraken nog wel de bomen. Sommigen met dikke stam en weinig blad die midden in het water stonden, andere weer heel hoog en statig wijd gespreid met megagrote insectennesten, die als vuilniszakken zo groot aan de takken hingen.
Een bezoekje aan de locale inheemsen hoort er natuurlijk ook altijd bij, maar dacht ik hier eerst nog dat ik het genant vond, toen ik eenmaal met mijn eigen handen de grote yuka wortels uit de grond stond te trekken en onze gastvrouw daar ter plekke met haar handen meel van maakte en het zaakje per direct omzette in superlekkere tortilla’s waar we chillisaus op konden smeren, was ik dat al gauw weer vergeten. Ik moest denken aan mijn geklooi om de perfecte tortillla te krijgen en had groot ontzag voor haar.
We namen nog een kijkje in de hut van de sjamaan, die niet thuis was, maar in het dorp even diesel aan het halen was, en voeren vervolgens soepel roeiend weer terug naar de lodge.
Plots sprong er een vis vanuit het water zo de boot in tegen de borst van onze gids. Niet heel handig gedaan. Als je zó graag wilt, dan wordt je inderdaad door de goede kok van de Guacemayo-lodge klaargemaakt en nog diezelfde avond aan de hongerige touristen gevoerd. Wat een wereld is het hier.
‘s Avonds keken we sterren met de telescoop op de vogelkijktoren en kwam ik erachter dat de maan hier een slag gedraaid is. De fransman kon het allemaal wel lekker uitleggen en toonde zelfs nog een other galaxy hier not so heel erg ver vandaan . . . bij Orion rechtsaf. Ik voelde me nog kleiner dan alleen in de amazone, maar dit soort realisaties horen nu eenmaal bij het travelen . . . daar doe je niks aan . . .
en Oohhh . . . wat sliep ik hier lekker in al die geluiden en de buitenlucht toen eenmaal alles weer binnen bleef. Soms wel tien uur per nacht zonder onderbreking.
Ik vond het oprecht jammer, tot verschrikkelijk, dat ik na vier dagen weer terug de 4G en de wifi in moest, want wat er is, dat gebruik je ook weer. Op de terugweg, terwijl we waarschijnlijk minder dieren spotten dan roeiend door onze ronkende motor, bedacht ik me plots het tegenwoordig onvermijdelijke. Het is hier zó mooi en puur en dan moeten wij hier weer met een dampende boot doorheen. Opeens zag ik het totale plaatje van de aarde en besefte ik dat doordat zíj hier de jungle hebben laten staan, ónze c02 uit de lucht gezuiverd wordt . . . en dan zouden zij zelf niet met een klein bootje door dat immense woud mogen varen zo nu en dan. Dankbaar voor deze gerustelling, of noem het een illusie, genoot ik alsnog van de vele dieren die we alsnog langs de kant zagen, ook al hoorde ik hier natuurlijk niet thuis, in dit ronkende bootje . . .
Nu pas aan toegekomen om te lezen. Super verhaal, wat schrijf je toch fijn! Zag het zo allemaal gebeuren, leuk! Enjoy de Galapagos!!
Ow wat een heerlijke woordenbrij, ik heb smakelijk gegrinnikt vanachter mijn schermpje in de haagse jungle.. lang niet zo vet mooi in het groen gedoopt als daar lijkt me zo… nog heel veel reisplezier! ik ga nu de rest lezen! XX