China Sudden Airlines
Aangezien ik de gunstige winter-reis-periode compleet weggetwijfeld had, en mijn Europa-zomer-roadtrip-plannen daarna ook niet door leken te gaan, keek ik veel te laat wat een ticket naar Maleisië me zou gaan kosten in het hoogzeizoen. Veel te duur dus, zo’n zes weken voor vertrek. Voorlopig zat ik dus nog in de malaise in Holland. Luxe malaise welteverstraan, maar het blijft gewoon malaise.
Ongelukkig overwoog ik om dan maar in november naar ergens ver weg te gaan, maar dat zou dan wel heel veel werktijd tussen mijn afgelopen reis, van vorig jaar februari, betekenen. Tot ik opeens twee weken voor mijn vrijgenomen vakantie ineens een ticket naar Kuala Lumpur bij China Southern Airlines voorbij zag komen, voor een paar honderd euro minder dan daarvoor. Ik trok direct met vers aangeschafte credit card van de ASN-bank door mijn labtop heen, en ja: Hij deed het. Ik had geboekt . . . en nog maar twee weken de tijd om me grondig voor te bereiden.
Ik had de Maleisië tip van een duikende collega, en hij had hem weer van z’n duikende dochter. Perhenthian Kecil, dáár moest ik zijn. Koraal, schildpadden, haaien . . . alles. En omdat snorkelen leuk is maar er nog veel meer tussen oppervlakte en bodemzand schijnt te zijn, boekte ik alvast een ‘Padi open water’ duikcursus op het eiland en een hutje om in te slapen, want hoezeer ik ook van avontuur houd, ik haat het om in het hoogseizoen zonder mogelijkheden ergens verloren op een tropisch eiland te moeten staan.
Klokslag vrijdagmorgen drie augustus vloog ik weg. Van Amsterdam naar Shanghai, en van Shanghai weer door naar Kuala Lumpur. Met zes uur overstaptijd. Ik had ook voor anderhalf uur overstaptijd kunnen kiezen, maar door alle horror reviews van de overstaps aldaar had ik besloten om mezelf wat ruimte te geven. En inderdaad, het bleek gedoe, want je moest eerst officieel China ingeklaard worden, waarna je voor je volgende vlucht direct weer uitgeklaard werd. Overstappers echter werden netjes uit de lange douane rij geplukt en kregen soepeltjes voorrang om de aansluitende vlucht te kunnen halen. Ik dus niet . . . ik moest de hele godganse rij uitstaan, aangezien ik daar wél lekker de tijd voor had ingepland. Win win . . .
Blij werd ik van de dumplings, de noodles, de gestoomde groente en het chinese Tsingtao biertje. Zeker als je beseft dat het airport voedsel betrof. Echter, al zie ik mezelf als redelijk bereist: ik blijf gewoon een lompe hollandse kaaskop. Zo werd ik dus snel voorzien van een schaaltje toen ik mijn soyasaus in het lekke rieten dumpling mandje goot en van een vork toen men mijn gestuntel met de stokjes écht niet meer aan kon zien. Die laatste heb ik overigens niet gebruikt, want je wilt toch eindelijk ook wel eens uit je hollandse kaas-hokje komen . . . en ik vind zelf dat ik het er nog aardig vanaf bracht. Gelukkig mag je in deze contreien vrijelijk slurpen . . .
Mijn tweede vlucht deed ik iets dat ik in de eerste van tien uur niet had gedaan: Slapen! en waarschijnlijk snurken: Fuckze.
Tegen de tijd dat ik, inmiddels zevenentwintig uur later, landde op Kuala Lumpur was ik zo gaar als een klontje, en tegen de tijd dat ik uit de ellenlange douanerij vrijkwam, maakte het me niks meer uit dat ik veel te veel voor een taxi moest betalen om de tóch nog zestig kilometer naar mijn hostel af te leggen. De trein was de betere, lees: goedkopere, oplossing geweest, maar weer heb ik de zweedse ‘fůkze’ regeling toegepast. Het was dan inmiddels ook al 19:00 zaterdagavond en ik wilde nu dan eindelijk wel eens vrij zijn.