Banos -> Alausi
Banos beschouwde ik even veel als een tusssenstop als het aantal touristen dat er rondliep. Eigenlijk kwam ik hier ook alleen om de jaloersmakende foto van Maike te evenaren, waarop het net lijkt alsof ze schommelend de hele andes afsuist.
Ik kwam aan in mijn korte broek en zo stond ik dus weer eens in de regen in mijn hempje. Onderweg had ik de bui al zien hangen, maar ik móest en zou die foto hebben. Op zich was het nog wel aardig te doen hoor daar, kwa touristen bedoel ik dan, aangezien voor die ellende ook altijd weer lekkere eettentjes in de plaats komen. Zo schoof ik al direct een veganistische burrito naar binnen, alsmede wat later een échte goede knapperige vegetarische hamburguesa . . . waar vind je dat nog.
In dit oord komt iedereen iets spannends doen. Ik kwam echter juist, na mijn wilde ervaringen in de jungle, voor wat welverdiende rust. De twee ieren, die ik ook al in Quito had gezien, en die rechtstreeks vanaf de set van trainspotting waren komen vliegen, waren een aantal uur, omringd door de wolken, met een quad, stijl de berg opgeschoten. De huur was hier nog goedkoper geweest dan enkel de brandstof in Ierland, joelden ze. Ze verbaasden zich er nog even over dat deze hollander geen joint wilde roken en gingen weer hunsweegs.
Ik sprong ‘s middags voor vijf dollar in de half open touristenbus en liet me onder het genot van keiharde muziek en gejoel van echte daadwerkelijk levende touristen de berg opslepen. De enige andere mogelijkheid was om te gaan lopen, maar aangezien mijn schoenen inmiddels opgegeven waren na de junglemodder, en het nog steeds gestaag doorregende, moest ik maar even mijn ogen, oren en neus dichtknijpen en deze ‘vrolijkheid’ voor lief nemen.
Als eerste kwamen we bij een mega grote schommel waar je aan vastgeketend werd en als een soort bungee-jumper de vallei ingeduwd werd. Ik dacht dat dát het was, waar iedereen voor kwam. Ik schrok me dood. Slechts één meisje van de hele club durfde dat en ik kreeg op slag respect voor Maike dat zij dat wel had gedaan . . . en al helemaal voor Roest.
Helaas voor hen kwamen we daarna echter pas bij de pussyschommel, die kwa foto ongeveer hetzelfde effect had, maar die net zo goed in de speeltuin voor mijn huis had kunnen hangen. Na ruim een half uur wachten ging je op een verhoginkje staan, een man zette je vervolgens stevig in een touwtje op de schommel, en duwde je vijf keer heen en weer, en nog eens in de rondte, terwijl iemand naar keuze een foto van je maakte. Diezelfde foto die je dus altijd ziet als men het over reizen in Ecuador heeft. Off the bucketlist and in the pocket!
Aangemoedigd door nóg meer regen, zat ik op de check-out dag nog vroeger in de bus dan ik normaal naar mijn werk ga. Ik wilde nu eindelijk wel eens wat zon zien en daar was het lager gelegen zuiden een goede potentiele kandidaat voor. Zo kwam ik dus rond tien uur dertig al aan in Riobamba, wat ik oorspronkelijk wilde skippen, maar besloot hier nu mijn tas in een opslag te gooien en toch maar eens even rond te gaan kijken. Dat bleek een juiste keuze. Al direct kwamen er mensen verkleed als freaky-clown, begeleid door een vrolijk blaas en trommel ensemble, langsbanjeren en uiteindelijk veranderde de hele stad in een grote parade met dansende mensen en een hoop kleuren. Op een gegeven moment voelde ik wat tegen mijn been tikken- tot slaan. Ik keek rechts naast me en zag een klein oud krom vrouwtje, waarvan ik blijkbaar het uitzicht belemmerde. De meiden om haar heen moesten hartelijk lachen. Heerlijk bijdehand en ze heeft nog gelijk ook.
Later dan gepland dook ik vervolgens de bus weer in naar Alausi, alwaar ik nog net op tijd voor de locale pizza aankwam.
Hier bleef ik één volle nacht, enkel voor de trein van de neus van de duivel.
‘Nariz del diablo’: de mooiste, een zo’n beetje de enige, treinrit in Ecuador en enkel in stand gehouden voor het tourisme. Vooral veel Ecuadorianen kwamen erop af. Voor hen is een trein al bijzonder, laat staan eentje die zig zag heen en weer de duivelsberg rond gaat. Het liefst had ik het hele land met die trein doorkruist, maar ze hebben hier helaas geen NS, of ES dan. In het pauzeplaatsje ben ik maar even een stuk gaan lopen om de souvenier-tentjes, de panfluit-indianen en de knuffel-apalca’s te ontlopen, en kwam prompt nog even een verlaten, afgebladderd urbex treintje tegen. In the pocket van deze duivel . . .